Op donderdagmiddag 18 september presenteerden Stichting Loods 24 en Joods Kindermonument het indringende boek En wie niet springt…, over Feyenoord, Joden en de strijd tegen antisemitisme. De presentatie vond plaats in de Ernst Happel-zaal van het Feyenoordstadion.
In een goedgevulde zaal presenteerden de Stichting Loods 24 en Joods Kindermonument en uitgever Studio Rashkov een indrukwekkend programma rondom de lancering van het boek ‘En wie niet springt …’
Na een korte introductie door Chris Buitendijk sprak Theo Kemperman namens Loods 24 over het werk van de stichting en het belang van het blijvend bestrijden van antisemitisme. Aansluitend hield journalist Mark Lievisse Adriaanse een gloedvol betoog over de waanzin achter antisemitisme en de noodzaak om deze denkbeelden te blijven weerleggen.
Linda Malherbe van Verhalenhuis Belvédère interviewde vervolgens Steven Burger, fancoach van Feyenoord. Samen met Edjo Frank vertelde hij over hoe de strijd tegen antisemitisme er in de dagelijkse voetbalpraktijk uitziet en welke stappen daarin worden gezet. Sporthistoricus Jurryt van de Vooren sloot het inhoudelijke programma af met een lezing over de rol van sport in relatie tot dit thema.
De middag werd afgesloten met de officiële overhandiging van het boek aan Micha Gelber, een Holocaust-overlevende, en Ruud van der Knaap, commercieel directeur van Feyenoord.
Over het boek:
De titel van het boek verwijst naar een stadionlied dat massaal wordt meegezongen – zeker bij wedstrijden tegen Ajax. Maar wat betekenen deze woorden eigenlijk? En waarom zingen duizenden Feyenoord-supporters ze uit volle borst mee?
In dit indringende boek duiken schrijvers, historici en Feyenoordfans in de vergeten en vaak pijnlijke geschiedenis van Feyenoord en de Joodse gemeenschap van Rotterdam. Ze vertellen over iconen zoals clubarts Max Abarbanel, doelman Ofir Marciano en Holocaust-overlevende Micha Gelber, en laten zien wat het misbruik van het woord ‘Jood’ op de tribunes betekent – voor het voetbal, voor de samenleving en voor Joodse Feyenoorders.
In opdracht van Stichting Loods 24 en Joods Kindermonument geven de auteurs hun visie op Feyenoord en zijn Joden. Met persoonlijke verhalen, historische analyses en confronterende anekdotes laten zij zien hoe diep antisemitische uitingen in de voetbalcultuur kunnen doorwerken én waarom het belangrijk is om daarover het gesprek aan te gaan. Niet alle auteurs denken hetzelfde over wat antisemitisme is of waar precies de grens ligt tussen rivaliteit en kwetsing. Juist die variatie aan stemmen maakt dit boek waardevol. Tegelijk is het een liefdevolle ode aan de Joodse sporen in de Rotterdamse samenleving én bij Feyenoord zelf.